Traditiegetrouw presenteert de regering met Prinsjesdag haar begroting voor het komende jaar. Dit bevat tevens een pakket aan fiscale maatregelen en beleid op het gebied van de arbeidsmarkt.
Ongetwijfeld zullen er nu ook nog veranderingen komen op de nu gepresenteerde plannen bij behandeling in de tweede kamer.
Op fiscaal gebied zal bijna iedereen profiteren van het (versneld) doorvoeren van de twee schrijven met tarieven van 37,35% (was 36,65% tot € 20.000 resp 38,1% tot € 68.000) en een toptarief van 49,5% (was 51,75% ) bij een inkomen boven € 68.500.
Daar staat tegenover dat de hypotheekrenteaftrek voor de inkomens die vallen onder het toptarief van 49,5% verder met 3% wordt beperkt tot 46% in 2020 en de komende jaren in gelijke stappen van 3% tot 37% in 2023. Het eigenwoningforfait wordt daarentegen verlaagd naar 0,50% van de WOZ waarde en zal de komende jaren tot 0,45% in 2023.
De zelfstandigenaftrek (ondernemers met een eenmanszaak of VOF) ligt al jaren onder het vergrootglas. Eerdere pogingen om de aftrek te matigen hebben het niet gehaald. In de belastingplannen wordt nu voorgesteld om geleidelijk de fiscale aftrekpost te beperken van € 7.000 naar € 5.000 in 2028 in stappen van € 250 per jaar.
Voor de ondernemers met een BV gaat gelden dat de winst over de eerste € 200.000 wordt belast met 16,5% (was 20%). Het toptarief blijft echter in tegenstelling tot eerdere aankondigingen op 25% met de toezegging (we zullen zien) dat deze in 2021 gaat dalen naar 21,7%.
Meest vervelend is dat er nog steeds geen wetsvoorstel is inzake het bovenmatig lenen bij de eigen BV. Of er een grens komt van 500.000 (exclusief leningen eigen woning) is dus ook nog steeds niet zeker. Wat wel zeker is, is dat het tarief bij uitkering van dividend aan de DGA in 2020 omhoog gaat naar 26,25%.
Tip
Keer in 2019 nog dividend uit als u dit toch al van plan was om nog te profiteren van het tarief van 25%.Maatregelen op personeelsgebied
Een korte opsomming van een aantal aangekondigde maatregelen:
- Werknemers krijgen vanaf 2020 na 3 jaar (of 3 tijdelijke contracten met de duur van 3 jaar) recht op een vast contract in plaats van na 2 jaar.
- Iemand met een nulurencontract of een min-max contract is vanaf 2020 alleen verplicht te werken als de werkgever hem minimaal 4 dagen van tevoren oproept. Ook gaat gelden dat bij afzegging van een oproep tot werken korter dan 4 dagen van tevoren, de betrokken werknemer toch moet worden uitbetaald.
- De wetgeving inzake transitievergoeding wordt vanaf 2020 dusdanig aangepast dat werknemers vanaf hun eerste werkdag recht hebben op transitievergoeding ook tijdens de proeftijd,
- Werkgevers die werken met payrolling dienen goed op te letten omdat payrollers recht hebben op dezelfde primaire en secondaire arbeidsvoorwaarden (m.u.v. pensioen). Niet de werkgever van de payroller maar degene die inhuurt is hiervoor uiteindelijk verantwoordelijk.