Eind vorig jaar deed de hoogste belastingrechter, de Hoge Raad, een belangrijke uitspraak over de box-3- heffing. Kort samengevat oordeelde de Hoge Raad dat de heffingsmethodiek (de zogenaamde forfaitaire vermogensmix) in box 3 voor de jaren 2017 en 2018 discriminerend is. Daarom heeft de Hoge Raad voor de jaren 2017 en 2018 beslist dat alleen het werkelijke rendement in de box-3- heffing mag worden betrokken.
Wat zijn de gevolgen?
De uitspraak van de Hoge Raad heeft niet alleen gevolgen voor de jaren 2017 en 2018, maar ook voor de jaren erna. De staatssecretaris van Financiën heeft op 4 februari 2022 alle bezwaren in de massaalbezwaarprocedures box 3 over 2017 tot en met 2020 toegewezen. De wijze waarop rechtsherstel wordt geboden wordt nog uitgewerkt en zal uiterlijk 1 mei bekend worden gemaakt. Hebt u zich aangesloten bij de massaalbezwaarprocedures, dan hoeft u niets te doen, u krijgt vanzelf bericht van de Belastingdienst. Het kabinet zal uiterlijk 1 mei ook met een beslissing komen voor de belastingplichtigen die zich niet eerder hebben aangesloten bij de massaalbezwaarprocedures. Indien u een aanslag inkomstenbelasting met daarin box 3-inkomsten hebt ontvangen kunt u binnen zes weken na de dagtekening bezwaar indienen. Dit geldt ook als u binnenkort een aanslag ontvangt. Over 2021 kunt u vanaf 1 maart 2022 aangifte doen. In het aangiftebiljet is de uitspraak van de Hoge Raad nog niet verwerkt. Doe daarom op de gebruikelijke wijze aangifte van uw inkomsten in box 3. De Belastingdienst zal op basis daarvan een aanslag opleggen die in lijn is met de uitspraak van de Hoge Raad.