Bouwer & Officier B.V. maakt gebruik van cookies om de website te analyseren en te verbeteren. Hiermee kunnen wij u beter van dienst zijn. Door op 'akkoord' te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies. In de cookie- en privacyverklaring vindt u meer informatie over het gebruik van cookies op deze site.

Hoge Raad verduidelijkt belang ‘ondernemerschap’ bij beoordeling arbeidsrelatie

De beoordeling van de arbeidsrelatie tussen een opdrachtgever en een opdrachtnemer (zzp’er) zorgt nog steeds voor veel onrust. Vorig jaar oordeelde de Hoge Raad in de zaak van de maaltijdbezorgers van Deliveroo dat alle omstandigheden van het geval moeten worden meegewogen bij de vraag of er al dan niet sprake is van een arbeidsovereenkomst.

In deze uitspraak noemt de Hoge Raad specifieke criteria die hierbij van belang kunnen zijn, in onderling verband bezien. Een van deze criteria is de vraag of degene die de werkzaamheden verricht zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen. Denk hierbij aan het verwerven van een reputatie, het aantal opdrachtgevers, acquisitie, de duur van een opdracht en de fiscale behandeling. De Hoge Raad heeft recent in de zaak van de Uber-taxichauffeurs over dit criterium vragen beantwoord die een gerechtshof aan haar had voorgelegd.

De vragen

Het hof wilde weten of het ondernemerschap van de opdrachtnemer (zzp’er) doorslaggevend is bij de beoordeling of er sprake is van een arbeidsovereenkomst. En als dat het geval is, kan dit dan betekenen dat twee werkenden hetzelfde werk bij dezelfde opdrachtgever doen, maar dat de ene werkzaam is zonder ondernemerschap een arbeidsovereenkomst heeft en de ander, waarbij wel sprake is van ondernemerschap, als zelfstandige kwalificeert voor zijn opdracht?

De antwoorden

De Hoge Raad antwoordt dat bij de beoordeling van de aard van de arbeidsrelatie van belang kan zijn of de werkende die de werkzaamheden verricht zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt. Bij de beoordeling van de omstandigheden is er geen sprake van een rangorde in de specifieke criteria die enerzijds wijzen op een arbeidsovereenkomst en anderzijds wijzen op zelfstandig ondernemerschap. Het kan dus inderdaad zo zijn dat de arbeidsrelatie ten aanzien van hetzelfde werk, verricht voor dezelfde opdrachtgever, voor een werkende met ondernemerschap géén arbeidsovereenkomst is. Terwijl de arbeidsrelatie voor een werkende zonder ondernemerschap wel als arbeidsovereenkomst kwalificeert. Dat een zzp’er hetzelfde werk doet als een werknemer, hoeft dus niet te betekenen dat de zzp’er automatisch ook werknemer is. Van belang is dat er andere afspraken worden gemaakt met de zzp’er.

Hoe nu verder?

De antwoorden van de Hoge Raad op de vragen van het hof zijn ook van belang voor de nieuwe ‘Wet Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden’ (Vbar). Deze wet moet de huidige regels voor de beoordeling van arbeidsrelaties gaan vervangen. De Wet Vbar wordt momenteel aangepast naar aanleiding van de kritiek van de Raad van State eind 2024 en de antwoorden van de Hoge Raad. Het wetsvoorstel zal nog voor de zomer bij de Tweede Kamer worden ingediend. Het gerechtshof zal waarschijnlijk nog dit jaar uitspraak doen in zaak van de Uber-chauffeurs.

Tags:

Search

(Ervaren) Assistent-Accountant

Op zoek naar een nieuwe uitdaging?

Wij zijn opzoek naar een:

(Ervaren) Assistent-Accountant