In de praktijk vinden er veel zogenaamde ‘turboliquidaties’ plaats. Dit is een ontbinding van een rechtspersoon zonder dat een vereffening hoeft plaatst te vinden. Dit kan betekenen dat een rechtspersoon van de ene op de andere dag is ontbonden en uitgeschreven.
Er is onlangs een wet ingediend bij de Tweede Kamer die aanvullende eisen stelt aan turboliquidaties, waardoor schuldeisers beter worden beschermd. Daarin wordt voorgesteld dat het bestuur van een rechtspersoon die door een turboliquidatie is beëindigd, verplicht is om financiële verantwoording af te leggen en te deponeren bij de registers waar de rechtspersoon is ingeschreven. Dit betreft meestal het Handelsregister. Mochten er redenen zijn om te veronderstellen dat de verantwoordingsplicht niet is nageleefd, dan kunnen de schuldeisers met machtiging van de kantonrechter de administratie van de ontbonden rechtspersoon inzien. Een andere voorgestelde wijziging betreft de situatie waarin schulden zijn achtergebleven na een turboliquidatie. In dat geval kunnen bestuurders een bestuursverbod opgelegd krijgen, als zij:
- niet aan de deponeringsplicht hebben voldaan;
- in aanloop van de ontbinding doelbewust een of meer schuldeisers aanmerkelijk hebben benadeeld, of
- herhaaldelijk betrokken zijn geweest bij een ontbinding zonder baten met achterlating van schulden of bij een faillissement en hen daarvan een persoonlijk verwijt treft.